
met de trein over de poolcirkel
Ontwerp en bouw: Hans Peters Modelspoorteam de Maaslijn. Effectieve bouwtijd 30 maanden (twee en een half jaar).
Begin september is een eerste film gemaakt van de baan. De zogeheten first edition. Deze baan was toen op een paar details na gereed. Deze details worden komende periode (eind 2023) nog aangebracht. De video geeft een goed beeld van hoe de baan er uit gaat zien. De baan is verlicht van bovenaf en aan de voorzijde met zwart doek afgerokt. Aan de achterzijde staat een opstel-/schaduwstation, die echter niet op de film te zien is.
Kenschets van de baan
De modelspoorbaan Nordlandsbanen: Hell stasjon – Polarsirkelen gaat over de langste spoorlijn van Noorwegen, de Nordlandsbanen. De baan laat de overgang zien van het ruige fjelllandschap van de poolcirkel naar het onverwacht groene landschap meer zuidelijk op de Nordlandsbanen.

De modelspoorbaan kent twee hoofdthema’s. Het eerste is Hell Stasjon met een aftakking naar de Meråkerbanen en het tweede Polarsirkelen waar de treinen de poolcirkel passeren. De spoorbrug over de Dalselv bij de Nordranafjord vormt het verbindende element tussen deze twee hoofdthema’s. Opzij van het station ligt een bijzondere onderhouds- en locomotievenloods met draaischijf naar voorbeeld van Majavatn. Noord-Noorwegen is het land van de Sami. Op de baan uitgewerkt in de vorm van een klein museum naar origineel voorbeeld van Gállogieddi. In diverse details komt wonen, werken en recreatie in noord Noorwegen terug. Met een haventje, meerdere boothuisjes, de Landwinkel Bakketun. En de boerderij bij Røra met woning Nordlandshus en hooischuur. Een modelspoorbaan met vele rijdende treinen én met de mogelijkheid tot rangeren en stoppen bij een station. In een aantrekkelijk Noors landschap.
Deze baan vormt voor mij, Hans, een belangrijke herinnering aan mijn lieve vrouw Emmy met wie ik 55 jaar lang met veel plezier heb mogen leven. Helaas te vroeg en onverwachts op 13 mei 2022 overleden. Zonder haar enthousiasme voor Noorwegen was deze baan met zijn vele details nooit gebouwd. Met haar ideeën heeft ze bovendien een belangrijke bijdrage geleverd aan deze baan. Gelukkig heeft ze de baan kunnen zien toen deze voor 95% gereed was.





Hans Peters, bouwer en eigenaar van deze baan, presenteert deze modelspoorbaan samen met leden van MST de Maaslijn op tentoonstellingen.
Van idee tot ontwerp
Ontwerpcriteria
Begin 2015 was de Noorse baan Flåmsbana Berekvam voor het eerst op een tentoonstelling te zien. Aan die baan is 2 jaar gewerkt. Er kwamen vele positieve reacties. Op heel wat tentoonstellingen was deze baan vervolgens te zien. Er verschenen filmpjes van op You Tube en artikelen in modelspoortijdschriften. Dit alles heeft geleid tot het plan voor een nieuwe Noorse modelspoorbaan.
- Modelspoorbaan over een Noorse spoorlijn die niet eerder als tentoonstellingsbaan is gebouwd.
- Met aansprekende motieven en verhalen.
- Niet handelend over de zuidkust van Noorwegen; ons teamlid Tonny van Loon bouwt hier al aan Tolofjord.
- Voldoende foto’s en tekeningen te verkrijgen; ook voor bebouwing en landschap.
- Treinen die op die lijn rijden of gereden hebben, als model te koop tegen redelijke prijzen.
- Omvang van het transport (in kisten) ongeveer gelijk aan die van Flåmsbana Berekvam
- Zoveel mogelijk hergebruik van delen van Flåmsbana Berekvam, zoals opstelstation en onderstel.
- In 2 jaar tijd te bouwen, wat overigens door minder leuke omstandigheden en door het wegvallen van de druk door corona om de baan in het voorgenomen tempo te bouwen, niet is gelukt.
Keuze voor Nordlandsbanen
Na heel wat schetsen en overwegingen is gekozen voor een modelspoorbaan over de 730 km lange Nordlandsbanen. Tijdens onze vakanties in Noorwegen heb ik daar sfeervolle en bijzondere plekken en plaatsen gezien, die noord Noorwegen en de Nordlandsbanen typeren. Gekozen is voor een gedeelte met een ruig landschap, het Saltfjellet. Daar waar de trein de poolcirkel, Polarsirkelen, passeert. En voor een gedeelte waar het lieflijke groene zomerse landschap in de dalen van noord Noorwegen naar voren komt. Met een aansprekend station, namelijk Hell stasjon. Waar een mysterieuze goederenloods ligt: Hell Gods Expedition. En met een aftakkend spoor naar de Meråkerbanen, die verbinding geeft met Zweden.

De aanleg van de Nordlandsbanen ging in etappes. Het gedeelte van Trondheim naar Hell was al vanaf 1882 in gebruik als onderdeel van de Meråkerbanen naar Zweden. De Nordlandsbanen werd net voorbij station Hell hierop aangesloten en kwam in 1905 gereed tot station Sunnan. Daarna volgden station Grong in 1929 en station Mosjøen in 1940. Het eindpunt van de Nordlandsbanen lag in de na-oorlogse periode van 1947 tot 1951 bij station Lønsdal na het Saltfjellet. Daarna tot 1955 bij station Røkland. Vervolgens tot 1957 was station Saltdalen het eindpunt en van 1958 – 1962 was dat station Fauske. Op 7 juni 1962 kwam de eerste officiële trein vanuit Trondheim aan bij het huidige eindpunt Bodø. Met een lange sleep aan personenrijtuigen getrokken door twee diesellocomotieven type Di3 met voorop de Di3 623, gebouwd door NOHAB. Van deze rit met de eerste trein naar Bodø bestaat een zwart wit filmpje.

Verhalen uitgebeeld op de baan
Dit landsdeel van Noorwegen staat niet alleen maar vol met bomen, maar zit ook vol met verhalen, die terugkomen in details op de baan. Verhalen over:
- de goederenloods, Hell Gods Expedition, : een mysterieuze plek op de Nordlandsbanen.
- de poolcirkel, Polarsirkelen, die in de tijd gezien verschuift.
- de bewoners van Lapland, de Sami, die de folklore in stand houden met traditionele kleurige kleding en traditionele muziek, de joik.
- de rood geverfde huizen, rødmalte hus, met verf uit het ertsafval van de mijnen van Falun in Zweden.
- de vakantiehuizen, fritidsboliger, waarvan elke Noor er (schijnbaar) eentje heeft.
- de oude Amerikaanse auto’s, gamle amerikanske biler, uit de 60-er en 70-er jaren: een veel verspreide hobby in het weekend.
- de bijzondere treinen, spesialtog, die men alleen maar in Noorwegen kon tegenkomen, zoals het transport van twee nieuwe auto’s naast elkaar op een twee-assige wagon.
- de aanleg, byggingen av jernbanen, die maar liefst 60 jaar duurde van eerste schop in de grond tot ingebruikname volledige lijn.




Opzet van de baan
Het landschappelijk gedeelte van de baan bestaat uit 5 modules. Elke module heeft een naam gekregen. Achtereenvolgens Polarsirkelen, Dalselv, Hell, Bakketun en Majatvatn. De achtergrond bevat behalve de foto, ook een gedeelte van het landschap. De scenery, zowel de gebouwen als de landschapsdelen, is zelf gebouwd naar origineel voorbeeld aan de hand van tekeningen, foto’s en verkenningen ter plekke.
De lengte van het landschappelijk gedeelte van de baan is 6 meter bij een hoogteverschil van 90 cm. Dit deel van de baan is tot 1 meter diep. Net buiten het gedetailleerde deel van de baan staat rechts een fiddle yard. Het 7-sporige opstelstation aan de achterkant van de baan zorgt voor een gevarieerde treinenloop. Een modelspoorbaan met vele rijdende Noorse treinen én met de mogelijkheid tot rangeren en stoppen bij een station. Het benodigde oppervlak tijdens tentoonstellingen is circa 12.50 x 4.50 meter.

Fotomateriaal, tekeningen en documentatie is in de loop der jaren al bijeengebracht, overigens zonder dat het plan voor deze baan er al was. Plattegronden van gebouwen waren gemakkelijk te vinden op de Noorse topografische kaart, die vrij beschikbaar is. Door een enthousiaste Noorse modelspoorder zijn tekeningen van de (stations)gebouwen, die langs de Nordlandsbanen staan, toegestuurd. Rollend materieel is voor een groot deel voorhanden. Dit is aangevuld met nieuw materieel, met name locomotieven. Daardoor kunnen we een vrijwel compleet beeld laten zien van het rollend materieel dat vanaf 1947 gereden heeft of nog rijdt op de Nordlandsbanen. De treinen rijden digitaal en computergestuurd.
Bebouwing baan
Station Hell
Het station Hell met de goederenloods Hell Gods Expedition heeft uiteraard een dominante plek op de baan. Het sporenplan is gebaseerd op de situatie toen langs het station Hell nog meerdere sporen en twee perrons lagen. Met zowel voor de Nordlandsbanen als voor de Meråkerbanen een uitgaand spoor. En met aansluitende sporen op de draaischijf met de locomotievenloods Majavatn.

De voorste sporen op de modelspoorbaan zijn de aankomst- en vertreksporen van de Meråkerbanen naar Zweden. Het tussenperron is conform voorbeeld uitgevoerd in hout. Lange tijd stopten de treinen hier nog langs het perron, gedomineerd door de NOHAB diesellocomotieven.
Hell stasjon is een kant en klaar model, dat vele jaren geleden al is aangeschaft door een mede-clublid en wat uitstekend op deze baan past. Daar is de goederenloods van Hell (Hell Gods Expedition- Hell godshus) bijgekomen. NMJ bracht die recent uit. Toeval of niet?
Polarsirkelen
Het gedeelte van de baan met de Polarsirkelen laat het ruwe landschap op het Saltfjellet zien. Met een sneeuwtunnel en het monument dat de poolcirkel markeert. De sneeuwtunnel is geheel uit hout naar origineel voorbeeld en in een slechte onderhoudstoestand. Recente foto’s van het voorbeeld laten de nog verdergaande afbrokkeling van de constructie zien. Pas in 1947 konden de treinen voor het eerst de poolcirkel passeren, nadat station Lønsdal dat net na de poolcirkel ligt, werd geopend.

De verbindende factor: brug Dalselv met boothuisjes en haventje
De spoorbrug over de rivier Dalselv aan het Nordranafjord verbindt op de modelspoorbaan de twee hoofdthema’s met elkaar. De rails liggen op een schijnbaar los gedeelte, waar ook de leuningen aan vastzitten. Alles volgens het originele voorbeeld. Deze relatief korte brug is gebouwd in de 2e wereldoorlog en bleek nogal wat mankementen te hebben. Zo moesten de landhoofden worden verstevigd.

Opzij van de brug boothuisjes met een droogrek voor stokvis. Aan de andere zijde van de brug een spoorwegonderdoorgang. Beide zijn in werkelijkheid te vinden tussen Mo I Rana en Mosjoen.
Lokstall Majavatn
Bij de plaats Majavatn begint volgens de lokale bewoners het echte noord-Noorwegen. In de autoweg E6 hebben zij daarom op deze plek een echte poort gebouwd. Hier lagen de onderhouds- en locomotievenloodsen lokstall Majavatn. Om ’s nachts voor de bittere kou in de winter veilig te zijn. Het ontwerp van de grote loods stamt uit 1939. De loods werd in de 40-er jaren in gebruik genomen. De vorm laat vermoeden dat gedacht is aan verdere uitbreiding, zoals we die kennen van de ronde locloodsen. De twee kleinere loodsen aan de zijkanten zijn er later bijgebouwd. Niet achterhaald kon worden wanneer. In totaliteit wel een unieke vorm, die zijn plaats op de baan verdient.

De lange loods is in model in de oorspronkelijke uitvoering volgens de originele tekeningen van de NSB gebouwd. Met grote openslaande deuren. De verhoging op het dak aan de voorzijde bevatte waarschijnlijk een afzuiginstallatie. De twee later gebouwde loodsen, ter zijden van de oorspronkelijke, zijn op basis van foto’s en verkenning te plekke daaraan toegevoegd. Het gebouw heeft vele tinten groen gekend. De draaischijf is naar origineel voorbeeld geheel bekleed met, hoe kan het ook anders in Noorwegen, houten planken. Zodat er geen sneeuw in de de draaischijf terecht komt. Jammer genoeg is volgens een Noors krantenbericht deze loods medio 2020 gesloopt; wat rest zijn de foto’s.




Landhandel Bakketun
Nog steeds zijn in Noorwegen kleine winkels te vinden, waar een groot assortiment aan artikelen van levensmiddelen tot sneeuwscooter te koop wordt aangeboden. In dit geval een CO-OP winkel met afdelingen voor huishoudelijke waren, bouwmateriaal en levensmiddelen: kjøkken/hjem, bygmix en marked. Op de plek waar de vroegere oude landhandel Bakketun stond. Een houten bord op de gevel herinnert daar nog aan. De fundatie van de landhandel Bakketun is opnieuw gebruikt. Dit is nu de kelderverdieping met oude houten deuren en natuurstenen muren.
Boerderij Røra
De boerderij is gebouwd naar voorbeeld uit het plaatsje Røra tussen Verdalsøra en Steinkjer. Deze boerderij ligt opgesloten tussen de Nordlandsbanen en de weg E6. De woning is van het type Nordlandshus. De schuur van dit type is vrij algemeen in het noorden van Noorwegen. Met een hooizolder. Beide zijn van hout en geverfd in de typisch Noorse rode kleur. Op de baan is te zien dat ze nodig aan een nieuwe verfbeurt toe zijn.

Sami museum Gállogieddi
Noord Noorwegen is het land van de Sami. Dit komt op de baan tot uitdrukking in de vorm van een museum. Dit museum omvat een boerderijwoning, een grote stal en diverse bijgebouwen. Uiteraard met Sami-vlag. In totaal hebben vier oude gebouwen een plekje gevonden op de baan.

De woning is een geel Nordlandshus. De grote schuur is opgebouwd uit een houten skelet dat aan de buitenzijde is bekleed met verticale, rood geverfde, planken. Het dak is van golfplaat, een gebruikelijke “moderne” dakbedekking voor dergelijke oude schuren. De twee kleinere schuurtjes zijn traditioneel bebouwd met een grasdak.




Treinen op de Nordlandsbanen
Tijdperken
Speciaal voor de Nordlandsbanen is een tijdperkindeling gemaakt. Leidraad voor de indeling vormt de kleurstelling van de personenwagons en die van de Di3 Nohab’s in de betreffende jaren. Qua kleur overheerst in de vroegere jaren roodbruin. Vanaf begin jaren 80 worden locomotieven en personenwagons rood. Sinds de komst van particuliere maatschappijen komen allerlei kleuren voor. Dit is geen strakke indeling, omdat de wagons vaak pas werden overgeschilderd bij revisie en/of groot onderhoud. Daarom zijn bijvoorbeeld de personenwagons vaak in verschillende kleurstellingen in 1 trein gespot op de Nordlandsbanen. Op de modelspoorbaan wordt afwisselend met treinen uit de periode II/III (1945-1982) of IV/V (1982-2020) gereden.

I | tot 1945 (hiervan hebben we geen rollend materieel) |
II | 1945 tot 1965 met stoomloks, motorwagens, treinstellen, houten rijtuigen en veelal nog 2 assige goederenwagons. |
III | 1965 tot 1982 met gammeldesgin personenwagons. NSB-logo in letters. Roodbruine motorwagens en treinstellen. |
IIIa | Meest bruine goederenwagons. Mellomdesign in overgangsfase van gammel- naar nydesign, periode rond 1982. |
IV | 1982 tot 2000 met nydesign personenwagons en goederenwagons NSB roodbruin met nieuw logo. Komst Cargonet. NOHAB nog in dienst tot 2000. |
V | 2000 tot 2020 met syste design personenwagons en particuliere loc’s voor goederentreinen. |
Treinsamenstellingen naar origineel voorbeeld
Het rollend materieel op de modelspoorbaan omvat treinstellen, getrokken personentreinen en een scala aan goederentreinen uit verschillende tijdperken. Deze zijn samengesteld naar origineel voorbeeld. Bij het goederenvervoer zijn dit getrokken treinen met diesellocomotieven. Aanvankelijk uitsluitend van de NSB, nu ook van particuliere maatschappijen. Voor het personenvervoer zijn dit dieseltreinstellen en getrokken treinen met diesellocomotieven. Tot 2020 van de NSB, nu van SJnorge.
De NOHAB’s diesellocomotieven worden algemeen beschouwd als de belangrijkste voor deze lijn. Ze hebben vanaf 1947 jarenlang, tot 2000, op de Nordlandsbanen gereden. In model ontbreekt deze loc daarom zeker niet. Uit de direct na-oorlogse periode wordt gereden met origineel Noorse, maar ook met Duitse stoomlocomotieven die na de oorlog waren achtergelaten. Daarna zijn het de dieseltreinen die de dienst bepalen.
Interessant en uniek is de autotransporttrein uit de 60-er jaren met nieuwe auto’s uit die tijd, naast elkaar op 2-assige spoorwegwagons. Ga voor foto’s hierover naar het archief van het spoorwegmuseum in Hamar Noorwegen. Daar staan VW kevers type 1965 op de wagons. Een transport dat men vaak op de Nordlandsbanen zag. Op de modelspoorbaan rijdt deze trein ook, echter geladen met Volvo’s.

rangeerlocomotieven | type Skd en Di5 |
treinstellen | type Bm86 |
stoomlocomotieven | type 24b, 30b Thune 1914, type 61a ex BR 57, type 63a ex BR 52, type 49c NMI 1941 |
diesellocomotieven voor personentreinen | type Di3 NOHAB, Di4, Di6 |
diesellocomotieven voor goederentreinen | Di3 NOHAB, Di7, Di8, Di9 Cargonet, Cargonet Class66, CD312 Cargonet, Mz Baneservice, CD312 Railcare, NS6400 Grenlandrail, My (Nohab) T Three |
personenrijtuigen | typen 2, 3, 5 en 7 en houten rijtuigen |
goederenwagons | met auto’s, met containers, met hout. |
houten goederenwagons | typen 1, 2 ,3 ,4 ,5, Gs en Gbs |
stalen goederenwagons | 2assig en op draaistellen |


Dienstregeling op de baan

Aan de linkse kant komt de trein vanuit een sneeuwtunnel en passeert vervolgens de poolcirkel op het ruige Saltfjellet. Daarna wordt langs de Nordranafjord met een vakwerkbrug de rivier Dalselv overgestoken. Vervolgens stopt de personentrein bij het station Hell. Langs de perrons kan een trein met 7 personenwagens staan. Meestal moet hier worden gewacht op de tegentrein. Goederentreinen rijden door. Daarna rijdt de trein verder, passeert daarbij de onderhouds- en locomotievenloods met draaischijf van Majavatn en verdwijnt in een tunnel. Hier ligt ook het spoor naar de Meråkerbanen naar Zweden. Zweedse treinen volgens originele samenstellingen komen hier aan op het station van Hell en vertrekken weer, na omlopen van de diesellocomotief. Vaak getrokken door een Noorse NOHAB dieselloc.
Besturing treinenloop

Voor de besturing van de treinen wordt het programma Koploper gebruikt, dat draait op een laptop. Daarvoor is de baan verdeeld in blokken. Voor de bezetmelding is gekozen voor een systeem waarbij de trein slechts wordt gedecteerd aan het begin en het einde van een blok met een binnenkomstmelder en een stopmelder. Hiervoor wordt een geisoleerde railstaaf gebruikt met een lengte van 35 tot 40cm. De voeding voor deze stukjes railstaaf loopt via een stukje elektronica, bezetmelders genoemd. De bezetmelders zitten in de lade van het opstelstation. Met losse kabels met RJ45 stekkers wordt de verbinding gemaakt tussen de bezetmelder en de geisoleerde railstaaf. Elke kabel kan, eigen aan de 8 polige kabel met RJ45 stekker, 8 bezetmeldpunten verzorgen. Vanwege de bedrijfszekerheid zijn deze kabels kan en klaar gekocht in de gewenste lengte.
Bediening van de baan
Bediening Nordlandsbanen
De bediening van de treinen op de baan gebeurt voor de sporen van de Nordlandsbanen vanuit een losse bedieningslessenaar De elektronica voor de Nordlandsbanen is verdeeld over een bedieningslessenaar met laptop, een lade en de baan.
- de bedieningslessenaar staat naast de baan en bevat de centrale, de booster (beide van Uhlenbrock), de trafo’s (Marklin), de interface (Rosoft) en de voeding voor de laptop en de laptop zelf.
- de lade in het opstelstation/schaduwstation bevat de bezetmelders (Rosoft) en de verdeling van de rijspanning (gescheiden naar schaduwstation en baan).
- onder de baan zitten de wissel- en seindecoders (ESU), die worden gevoed door aparte trafo’s.
Voor de rijspanning en de overige wissel- en gelijkstroomspanningen worden aparte trafos gebruikt. Zodat een betrouwbare werking is verzekerd.

Dit alles wordt onderling met kabels verbonden. Niet onder de baan, maar gemakkelijk bereikbaar aan de verticale zijde van de modulebakken. Achter de baan. Om geen fouten te maken bij het aansluiten van de kabels tijdens de opbouw van de baan is hierbij de volgende keuze gemaakt.
a. kabels voor de rijspanning voor de rails, kabels voor de wisselstroomspanning voor de wisselaandrijvingen en kabels voor de gelijkstroomspanning voor de LED’s in seinen, straat- en perronverlichting en gebouwen. allemaal met XLR stekkers (4 draden)
b. loconet kabel met RJ12 stekkers (6 draden)
c. bezetmeldkabels met RJ45 stekkers (8 draden)
d. interface met USB stekkers
Na het aanbrengen van de kabels vindt altijd een eindcontrole plaats. Met name of alle kabels correct zijn aangesloten.
Bediening Meråkerbanen
De bediening voor de treinen op de Meråkerbanen gaat vanuit een lade aan de voorkant van de baan. Deze is ingebouwd in de module met de locloods Majavatn. In de vorm van een lade. Dit maakt deze module wel wat zwaarder (5 kg), wat echter opweegt tegen het plaatsen van een tweede losse bedieningslessenaar. Op deze sporen wordt “op zicht” gereden. Met als centrale een Intellibox IR, die een plekje heeft gekregen in de lade. Hierop wordt als walk around de IRIS van Uhlenbrock of de lok-boss van Fleischmann aangesloten. De lade bevat de Intellibox IR, het bedieningsplateau voor de draaischijf, de knoppen voor de bediening van de wissels (aangedreven met tortoises) en de locdeuren. Ook hier worden voor de rijspanning en de overige gelijkstroomspanningen aparte trafos gebruikt. De trafo’s daarvoor zitten vast onder de module.
Bedrading
De bedrading onder de baan bestaat vieraderige ringleidingen. Apart voor de sporen van de Norlandsbanen en apart voor de sporen van de Meråkerbanen. De ringleiding voor de Nordlandsbanen wordt gevoed vanuit traditionele voedingstrafo’s in de bedieningslessenaar en door een schakeltrafo onder 1 van de modules. De ringleiding voor de Meråkerbanen wordt gevoed vanuit een voedingstrafo en door diverse schakeltrafo’s onder de modules.
Twee aders zijn voor de baanspanning en twee aders voor schakeldecoders voor de aansturing van seinen en wissels, voor de verlichting en dergelijke. Elke functie heeft een eigen kleurcombinatie van aders. Bijvoorbeeld voor de baanspanning van de Nordlandsbanen is dit rood en zwart. Vanuit de ringleidingen gaan kabeltjes naar de rails, de schakeldecoders voor wissels en seinen, de LED verlichting etc.
Bouw onderstel en modules
Bouw onderstel baan en onderbouw spoor
Het onderstel is gemaakt van houten latten en populierentriplex. Hier bovenop staan de modules. De omranding van de modules is gemaakt van populierentriplex. De basis voor het landschap is gevormd uit platen geëxtrudeerd polystyreen hardschuim (styrodur). Alle bedradingen voor de treinenloop en computerbesturing zijn onder de modules aangebracht met aan de achterzijde de stekkerverbindingen, gemakkelijk bereikbaar dus. Tussen de modules worden verbindingskabels aangebracht met een aparte kabelboom voor de Meråkerbanen.
De basis, opgebouwd uit een omranding van triplex van populierenhout, van de 5 landschapsmodules zonder de bijbehorende achtergrondmodules.
De rails liggen op een railbed van kurk met een dikte van 5 mm; het kurk heeft de vorm van het railbed. Hierdoor ligt, evenals in werkelijkheid, het spoor op een verhoging in het landschap. Rails en wissels zijn voorzien van grijs ballast, zoals dat vrijwel overal op de Nordlandsbanen het geval is.
De draaischijf is werkend. Bij het station zijn Noorse uitrijseinen geplaatst. De imitatie-wisselaandrijvingen naar origineel voorbeeld. Typisch Noors is hierbij de hoog geplaatste wissellantaarn. Zodat de wisselstand ook zichtbaar is bij een pak sneeuw. Verder staan spoorwegborden en ander spoorwegmeubilair langs de baan.
Realisatie achtergrond

De achtergrondfoto is opgebouwd uit ruim 40 lagen, afkomstig van eigen foto’s. Als deze foto’s zijn in noord Noorwegen gemaakt. Deze sluit zo goed mogelijk aan op het gedetailleerde landschap van de modelspoorbaan.
Links op de achtergrondfoto is het Saltfjellet te zien , waar de trein de poolcirkel passeert. Het water in de fjorden kleurt op zonnige dagen helderblauw, wat aan de linkerkant, daar waar in de baan de brug over de Dalselv ligt, terugkomt in de achtergrondfoto. Achter het station zijn de beboste rotswanden met daarachter de besneeuwde toppen van de bergketens te zien, die typisch zijn voor de grote delen van de Nordlandsbanen. In de achtergrond zijn verder watervallen, loofbomen, fijnsparren en grove dennen te zien, die ook in het gedetailleerde landschap van de modelspoorbaan terugkomen.

Bouw scenery (landschap)
Bodembedekking
Voor de bodembekking is eerst een laag Woodlands turf als grondbedekkking aangebracht. Daarna zijn met de Grasmaster van Noch grasvezels (5-12 mm lang, niet korter) op een laag houtlijm (of Noch speciaallijm) gezet. Na verwijderen van de overbodige grasvezels, met de hand en door opzuigen met een Woodlands grasvezelzuiger, heeft na ongeveer 15 minuten een nabewerking plaats gevonden met een haarföhn (stand koud) om de grasvezels de gewenste richting te geven.
Bouwmateriaal voor de begroeiing
Voor de begroeiing op de baan is gebruik gemaakt van Anita decor vlokken, blaadjes, kalksteenpoeder, Noch grasvezels, Heki looffoliage, decovlies, bloemveldfoliage, bloemendecor, Woodlands bloemen, van t Hof struiken, rotssteentjes en Busch bloemvelden. De bomen zijn deels gebouwd door Anita decor, en deels zelfgebouwd met zeeschuim, verf, boomschorspasta, fijne schuimvlokken en blaadjes. Het landschap kon op deze manier gebouwd worden, zoals dat daar in noord Noorwegen er uitziet.
Bomen op de baan
De ongeveer 100 bomen op de baan geven een beeld van de soorten die daar groeien. De fjellberk is een lage traag groeiende boomsoort, die groeit op de hoogvlaktes van de Nordlandsbanen. Langs het meer noordelijke deel van de Nordlandsbanen groeien sparren en dennen. Deze worden afgewisseld door eilanden van berken, lijsterbesssen (met rode bessen) en elzen. In het zuidelijke deel van de Nordlandsbanen, zoals bij Hell, groeien ook bij ons bekende loofbomen als eiken, hazelaars en beuken. Struiken en overige begroeiing lijkt veel op wat we hier in Nederland tegenkomen. Alleen staan de seringen niet in het voorjaar, maar in de zomer in bloei.

De zelf gemaakte loofbomen, berken en lijsterbessen hebben als basis zeeschuim, met een stam van boomschorspasta. Het zeeschuim is soepel gemaakt in verdunde glycerine, bruin gespoten en bevlokt met zeer fijne schuimvlokken (groen). Vervolgens zijn daar blaadjes overheen gestrooid in twee kleuren. Hierbij is gebruik gemaakt van spuitlijm. De grotere loof- en dennenbomen zijn van Anita-decor, die ook de kleine fjellberken speciaal voor deze baan heeft gemaakt.
Aanbrengen rotsen
Op een aantal plekken komen de rotsen in het zicht. Hiervoor zijn enkele geschikte stenen meegebracht uit Noord Noorwegen. Met behulp van Latex rubber van Woodlands zijn hiervan latexmallen gemaakt. Gips, kleurstof en veel afwasmiddel doet de rest. Afgewerkt met twee lagen grijze verf (licht en donker), een bewerking met donkerbruine glazuurverf (Lasurfarbe) van Heki, waarbij uiteindelijk deze donkere verf in de spleten achterblijft. Vervolgens na een dag (of meer) opgewerkt met “droge” witte en zeer lichtgrijze verf met een tamponeerkwast.
Fjelllandschap in het voorjaar in Noord Noorwegen
Aanbrengen water
Het water op de baan onder de brug sluit qua kleur aan op de achtergrondfoto met de Nordranafjord. Deze foto is gemaakt bij zonnig weer. Het water is op die dagen helderblauw. Met de relatief dikke schildersverf van van Bleiswijck zijn golfjes nagebootst en is de juiste blauwe kleur bereikt. Dit is afgedekt met een aantal lagen heldere triple gloss koudglazuur. Het fjord is overal diep, waardoor het water geen donkere en lichte plekken heeft. En er geen oeverbegroeiing is. Wat bij riviertjes bij ons in Nederland meestal wel het geval is.

Wegen
De wegen zijn grotendeels smal en zonder belijning. Afgewerkt met grijze wegenverf van Faller. Vervolgens wit geverfd en direct afgeveegd met een natte katoenen doek. Zodanig dat er een dun laagje overbleef. Het effect is een oude asfaltlaag. Een klein gedeelte is echter de doorgaande route E6 met witte kantstrepen en een gele, waar nodig, onderbroken middenstreep. Zoals dat in Noorwegen was rond het jaar 2000. De witte en gele strepen zijn gemaakt door eerst op de onderlaag witte en gele verf aan te brengen. Daar waar de strepen moeten komen zijn deze afgeplakt met 1 – 2mm brede masking tape, die na de laatste afwerking met een laag Faller wegenverf, is verwijderd. De E6 wordt hier in het koude noorden in de zomerdag vaak geasfalteerd; daarom is volstaan met als afwerking maar 1 laag Faller wegenverf. Het resultaat is op de foto te zien.

Bouw woningen en andere gebouwen
Het merendeel van de woningen en bedrijfsgebouwen op de baan is volledige zelfbouw.
Stasjon Hell

Het stationsgebouw van Hell met de bijbehorende goederenloods is een kant en klaar model van NMJ. Het perron aan de zijde van het station bestaat uit een triplex plaat, die is afgewerkt met verf en fijne steenslag. De perronranden zijn van gegoten gips. Het tussenperron is conform voorbeeld uitgevoerd in hout. Deze bestaat uit dwarsbalken waarop houten planken, uiteraard op de juiste schaallengte en breedte, zijn gelijmd. En op kleur afgewerkt.

Bouw onderhouds- en locomotievenloods Majavatn
De bouw van de locomotieven- en onderhoudsloods Majavatn is in een aantal stappen uitgevoerd. De eerste stap was het maken van een proefmodel in karton aan de hand van foto’s en tekeningen. De plattegrond met maten staat op “norgeskart.no”. Deze is vrij beschikbaar op internet. Tekeningen van de locloods komen uit “bygningsregistrering NSB archtektkontoret, Trondheim distrikt , Meråkerbanen”. Deze boekwerken, meest uit negentiger jaren, zijn van elke spoorlijn in Noorwegen vrij beschikbaar. Hierin staan ook de sporenplannen.

Na een proefopstelling van het kartonnen model konden de definitieve maten bepaald worden. De wanden bestaan uit een laag triplex en een beplating van Evergreen board and batten. Als eerste is het triplex op maat gezaagd met een mini-cirkelzaag. En de plek voor de ramen uitgezaagd met een mini-decoupeerzaag.
De industrievensters komen uit een onderdelenpakket van Auhagen en zijn op maat gezaagd met de mini-cirkelzaag. Deze vensters waren goed bruikbaar omdat de loods tijdens de oorlogsjaren door de Duitsers is gebouwd. En daardoor qua vorm en architectuur ook de Duitse kenmerken heeft gekregen. De overige vensters waren nog beschikbaar vanuit mijn vorige Noorse baan.
In de loop der jaren is er een werkplaats en een opslagruimte bijgebouwd.En zijn er heel wat kleinere wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn de draaideuren vervangen door roldeuren. Het model heeft nog draaideuren. De aandrijving van deze deuren gebeurt met een servomoter en tandwielkasten. De servo past op het dak, op de plek waar in werkelijkheid een verhoging in het dak zit. Mogelijk bedoeld voor afzuiging van de vieze lucht. Het openen en sluiten van de deuren gaat met een plaatje electronica.
Nadat de houten wanden gereed waren, is de Evergreenbeplating op maat gemaakt. Met het scalpeermes zijn de venster uitgesneden. Per wand zijn de vensters geplaatst. Voor de deuren is een raamwerk van messing profielen gemaakt. Met draaipunten. De binnenzjde is wit geschilderd; de buitenzijde groen. In de kleuren van toen ik daar was in 2016.
De vloer van locloods is tegelijk met de rails gelegd, inclusief de inspectieputten. De wanden zijn ter plekke aangebracht. De werking van de draaideuren is getest. Het geheel heeft LED verlichting en een interieur met enkele werklui gekregen.Als laatste zijn de daken gemaakt. Teer op de grote loods. leien op de werkplaats en golfplaaat op de opbergloods.

De loods heeft op afstand bedienbare deuren , verlichting en een bescheiden interieur. De draaischijfkom is dicht gemaakt met houten planken naar origineel voorbeeld.
Sneeuwtunnel Saltfjellet
De sneeuwtunnel is volledig in hout uitgevoerd. De spanten zijn naar origineel voorbeeld samengesteld uit latjes, die op maat zijn gemaakt met een mini decoupeerzaag. Vervolgens zijn deze met behulp van een mal aan elkaar gelijmd tot de juiste vorm. Het dak is van imitatie golfplaat.


Bouw woning Klungreset
Deze woning is in de laatste bouwfase vervangen door een rood geverfde boerderij met stal naar origineel voorbeeld, gelegen langs de Nordlandsbanen). Vooral voor de manier van bouwen wel interessant.
Wat betreft de zelfbouw van de woningen als voorbeeld de woning Klungreset, gebouwd naar origineel voorbeeld. Ook hier een bouwwijze in fasen. Eerst het proefmodel in karton aan de hand van foto’s, tekeningen, vorm en maten van de vloer uit de gegevens van de Noorse topografische Dienst.
Vervolgens zijn de afmetingen definitief bepaald. De wanden bestaan uit dun triplex bekleed met clapboard van Evergreen. De vloer is een 2 mm dikke gladde plaat plastic; daarbovenop komen de wanden, daaronder de fundatie. Na het plaatsen van de wanden wordt de woninginrichting met verlichting aangebracht. Dit gebeurt overigens niet in alle woningen en gebouwen. Is afhankelijk van de plek op de baan. Daarna het dak, in dit geval geen golfplaat (wat veel wordt gebruikt), maar leien.

Transport modelspoorbaan
Het 6 meter lange landschappelijk uitgewerkte gedeelte past in vijf grote transportkisten, die speciaal voor deze baan zijn gemaakt. Verder worden de bestaande kisten van de modelspoorbaan Flåmsbana Berekvam gebruikt. Evenzo het 7-sporige opstelstation. Het transport omvat in totaal circa 10 m3, verdeeld over:
- 4 modulekisten deels met achtergrondplaten: 85 x 125 cm, hoog 60 en 70 cm (rechthoekige vorm)
- 1 modulekist met twee achtergrondplaten en de 2 zij achtergondplaten met infoborden: 85 x 125 cm, hoog 50 cm (rechthoekige vorm)
- 1 kist met fiddle yard, bochtmodules en overige opstelmodules: 85 x 125 cm, hoog 70 cm (rechthoekige vorm)
- 1 friezenkist met verlichting: 30 x 122 cm, hoog 70 cm (lang en smal)
- 1 uitleggerkist: 35 x 122 cm, hoog 70 cm (lang en smal)
- 1 onderstelkist: 100 x 122 cm, hoog 30 cm (vorm als envelop)
- 1 set opstelmodules met 7 sporen en bedieningslessenaar: 45 x 125 cm, hoog 60 cm
- 1 kist met onderstel opstelmodules: 70 x 125 cm, hoog 50 cm (rechthoekige vorm)
- meerdere euronormkratten met toebehoren en voor onderhoud baan: 40 x 60cm, hoog variabel
- speciale kisten met rollend materieel
Voor meer gedetailleerde informatie met foto’s van het grootbedrijf over de thema’s en treinen op de baan verwijs ik graag naar de pagina Nordlandsbanen Hell Stasjon en Polarsirkelen.
Colofon
Ontwerp modelspoorbaan en bouw landschapsgedeelte: Hans Peters.
Opstelmodule, losstaande bedieningslessenaar en computersturing: leden van MST de Maaslijn.
Rollend materieel: Tonny van Loon en Hans Peters.
Effectieve bouwtijd 30 maanden: november 2018 tot mei 2019, oktober 2019 tot november 2020, april tot juni 2021, september tot november 2021, maart en april 2022, september en oktober 2022.
Met dank aan Eddy van Anita Decor voor de schitterende loofbomen, fjellberken, grove dennen en fijnsparren. En aan Styrkar Braathen en andere enthousiaste Noorse modelspoorders voor de verstrekte informatie en voor de hulp. Ook dank aan de leden van MST de Maaslijn voor hun inbreng in advies, programmering en bouw.
Tekst: Hans Peters. Foto’s: Emmy en Hans Peters. Tekst grootbedrijf gebaseerd op eigen ervaringen tijdens vakanties in Noorwegen. Bron van historie en statistisch materiaal: BaneNOR, NSB, Jernbanemuseum Hamar en gesprekken met Noorse modelpoorders.
Links naar interessante films en andere sites
Zie you tube hans peters railroad movies voor meer beelden van de spoorwegen in Noorwegen Nordlandsbanen 2009-2019 met personen- en goederentreinen Dovre- en Nordlandsbanen Oppdal, Otta, Ringebu en Dombås van Dovrebanen. Daarna Verdalsøra, Trofors, Mosjøen, Mo I Rana, The Arctic Circle, Fauske en Bodø van Nordlandsbanen Nordlandsbanen deel 1 en deel 2 van DuE hobbyfilmer Klein stukje Nordlandsbanen van de NRK noorse televisie Passage poolcirkel op de Nordlandsbanenin 2012 Di 4 in voorspan Di 3 Nohab in 1990 met personentreinen Di 4 en Di 3 Nohab op de Nordlandsbanen in 1993 Nordlandsbanen cabinerit 2009 en 2014 in de winter, minutt for minutt beide bijna 10 uur film Opening gehele Nordlandsbanen in 1962 zwart wit filmpje van deze rit met NOHAB’s DI3 in dubbeltractie. Met de stoomtrein op de Nordlandsbanen tot Lønsdal op Saltfjellet en verder per bus naar Bodø in 1948 met de titel Nordlandsbanen tot Bodø! Film gemaakt door Norsk Film en NSB in 1948 over de plannen en werkzaamheden om de Nordlandsbanen-route naar Bodø te voltooien. Op 10 december 1947 openden de Nordlandsbanen het stuk van Dunderland in Rana naar Lønsdal op de Saltfjellet, een stuk dat voornamelijk werd gebouwd met behulp van Sovjet- en Servische krijgsgevangenen. De film concentreert zich op het werk dat onderweg is op de laatst geplande route, via Saltdal naar Rognan, Fauske, Tverlandet en Bodø. Van Wilhelm Bjørset |