Nordlandsbanen: Hell Stasjon – Polarsirkelen, ontwerp en bouw

met de trein over de poolcirkel

Ontwerp en bouw: Hans Peters Modelspoorteam de Maaslijn. Effectieve bouwtijd 30 maanden (twee en een half jaar).

De modelspoorbaan Nordlandsbanen: Hell stasjon – Polarsirkelen gaat over de de Nordlandsbanen, een ruim 730 km lange spoorlijn in het hoge noorden van Noorwegen. De modelbaan is opgebouwd vanuit verhalen en legendes, die van deze spoorlijn te vertellen zijn. Gegroepeerd rond twee thema’s, die beide een toeristische attractie zijn. Hell Stasjon met een aftakking naar de Meråkerbanen en Polarsirkelen, waar de treinen de poolcirkel passeren. De baan maakt de overgang van het ruige poolcirkellandschap naar het voor velen onverwacht groene landschap meer zuidelijk langs deze lijn zichtbaar.

De spoorbrug over de Dalselv bij de Nordranafjord bij Mo I Rana vormt het verbindende element tussen deze twee hoofdthema’s. Opzij van het station ligt een bijzondere onderhouds- en locomotievenloods met draaischijf van Majavatn. Volgens de lokale bewoners daar waar het echte Noord Noorwegen begint. Dit is ook het land van de Sami. Op de baan uitgewerkt in het sami-boerderijmuseum Gállogieddi. In diverse details komt wonen, werken en recreatie in noord Noorwegen terug. Met een haventje, meerdere boothuisjes, de Landwinkel Bakketun en de boerderij bij Røra. Een modelspoorbaan met vele rijdende treinen én met de mogelijkheid tot rangeren en stoppen bij een station. In een aantrekkelijk Noors landschap.

Begin september 2023 is een eerste film gemaakt van de baan. De zogeheten first edition. U kunt rechtstreeks kijken door de pijl in het rode vlakje aan te klikken . U hoeft dus niet naar YouTube te gaan. De baan was toen op een paar details na gereed. Deze details worden komende periode (eind 2023) nog aangebracht.

Kenschets van de baan

Kenmerken van de modelspoorbaan.
Hell stasjon , gelegen vlak bij de grote plaats Trondheim. Met direct ten noorden van dit station de aftakkende lijn naar Zweden. Foto Siegfried Unger.
Hell Stasjon , waar een dagtrein gereed staat voor vertrek.
Een personentrein komt op het Saltfjellet uit de sneeuwtunnel en passeert de poolcirkel.
Onderhouds- en locomotievenloods Majavatn. Volgens de lokale bewoners de poort naar het echte noord Noorwegen.
Brug over rivier Dalselv zuidelijk van Mo I Rana.
Noord Noorwegen in de zomerdag: groene dalen, helderblauw water en besneeuwde bergtoppen; zoals die van van de Lyngsalpan (aanklikken voor achtergrondinformatie).

Hans Peters, bouwer en eigenaar van deze baan, presenteert deze modelspoorbaan samen met leden van MST de Maaslijn op tentoonstellingen.

Deze baan vormt voor mij, Hans, een belangrijke herinnering aan mijn lieve vrouw Emmy met wie ik 55 jaar lang met veel plezier heb mogen leven. Helaas te vroeg en onverwachts op 13 mei 2022 overleden. Zonder haar enthousiasme voor Noorwegen was deze baan met zijn vele details nooit gebouwd. Met haar ideeën heeft ze bovendien een belangrijke bijdrage geleverd aan deze baan. Gelukkig heeft ze de baan kunnen zien toen deze voor 95% gereed was.

Van idee tot ontwerp

Ontwerpcriteria

Begin 2015 was de Noorse baan Flåmsbana Berekvam voor het eerst op een tentoonstelling te zien. Aan die baan is 2 jaar gewerkt. Er kwamen vele positieve reacties. Op heel wat tentoonstellingen was deze baan vervolgens te zien. Er verschenen filmpjes van op You Tube en artikelen in modelspoortijdschriften. Dit alles heeft geleid tot het plan voor een nieuwe Noorse modelspoorbaan die niet eerder als tentoonstellingsbaan is gebouwd. Met aansprekende motieven en verhalen. En waarvan voldoende informatie, foto’s en tekeningen beschikbaar zijn. Met hergebruik van onderstel en opstelstation van Flåmsbana Berekvam. Treinen die op die lijn rijden of gereden hebben, moeten als model te koop zijn tegen redelijke prijzen.

Na heel wat schetsen en overwegingen is gekozen voor een modelspoorbaan over de 730 km lange Nordlandsbanen. Tijdens onze vakanties in Noorwegen heb ik daar sfeervolle en bijzondere plekken en plaatsen gezien, die noord Noorwegen en de Nordlandsbanen typeren.

Het is een modelspoorbaan geworden met een gedeelte met een ruig landschap, het Saltfjellet. Daar waar de trein de poolcirkel, Polarsirkelen, passeert. En met een gedeelte waar het lieflijke groene zomerse landschap in de dalen van noord Noorwegen naar voren komt.

Een houttransporttrein op het Saltfjellet waar de trein getrokken door een Di8 in lego kleuren, de poolcirkel passeert

Met een aansprekend station, namelijk Hell stasjon. Waar een mysterieuze goederenloods ligt: Hell Gods Expedition. En met het aftakkende spoor naar de Meråkerbanen, die verbinding geeft met Zweden.

Hell Stasjon vanuit de lucht gezien, met een trein getrokken door een NOHAB Di3 615 met rijtuigen type B3 in syste design uit de jaren 1990.
Hell Gods Expedition, waarschijnlijk de meest gefotografeerde goederenloods ter wereld. Nog steeds trekt deze loods mensen aan uit de hele wereld. De rode kiosk in de typisch Noorse vorm, is voor de verkoop van ijs. Noren zijn echte ijseters. Foto genomen tijdens de bouwfase van de baan.

Noord-Noorwegen is het land van de Sami. Op de baan uitgewerkt in de vorm van een Sami-museum met boerderij en stallen naar origineel voorbeeld van Gállogieddi.

Noord Noorwegen is het land van de Sami; op de baan gebouwen van het sami-museum Gállogieddi ;

Verhalen uitgebeeld op de baan

Dit landsdeel van Noorwegen staat niet alleen maar vol met bomen, maar zit ook vol met verhalen, die terugkomen in details op de baan.

  • de goederenloods, Hell Gods Expedition: een mysterieuze plek op de Nordlandsbanen.
  • de poolcirkel, Polarsirkelen, die in de tijd gezien verschuift.
  • noord Noorwegen, nord Norge, een gebied met nog ongerepte natuur
  • de bewoners van Lapland, de Sami, die de folklore in stand houden met traditionele kleurige kleding en traditionele muziek, de joik.
  • de rood geverfde huizen, rødmalte hus, met verf uit het ertsafval van de mijnen van Falun in Zweden.
  • de vakantiehuizen, fritidsboliger, waarvan elke Noor er (schijnbaar) eentje heeft.
  • de oude Amerikaanse auto’s, gamle amerikanske biler, uit de 60-er en 70-er jaren: een veel verspreide hobby in het weekend.
  • de aanleg, byggingen av jernbanen, maar liefst 60 jaar van eerste schop in de grond tot ingebruikname volledige lijn.
  • de bijzondere treinen, spesialtog, die men alleen maar in Noorwegen kon tegenkomen; zoals die voor het transport van nieuwe auto’s, die naast elkaar op een twee-assige wagon werden vervoerd.

Het verhaal van …. de aanleg: byggingen av jernbanen

De aanleg van de Nordlandsbanen ging in etappes. Het duurde maar liefst 60 jaar van eerste schop in de grond tot ingebruikname volledige lijn. Het gedeelte van Trondheim naar Hell was al vanaf 1882 in gebruik als onderdeel van de Meråkerbanen naar Zweden. De Nordlandsbanen werd net voorbij station Hell hierop aangesloten. Op 7 juni 1962 kwam de eerste officiële trein vanuit Trondheim aan bij het huidige eindpunt Bodø. Met een lange sleep aan personenrijtuigen getrokken door twee diesellocomotieven type Di3 met voorop de Di3 623, gebouwd door NOHAB. Van deze rit met de eerste trein naar Bodø bestaat een zwart wit filmpje.

Boothuisjes langs spoorlijn en fjord in de buurt van Mo I Rana in de typisch Noorse rode kleur.
Een NOHAB van de particuliere spoorwegmaatschappij Three T op het Saltfjellet bij het passeren van de poolcirkel
De Opel Astra Sports Tourer opgesloten tussen de schapen, een ware gebeurtenis

Opzet van de baan

Het landschappelijk gedeelte van de baan bestaat uit 5 modules. De achtergrond bevat behalve de foto, ook een gedeelte van het landschap. De scenery, zowel de gebouwen als de landschapsdelen, is vrijwel geheel zelf gebouwd naar origineel voorbeeld aan de hand van tekeningen, foto’s en verkenningen ter plekke.

De lengte van het landschappelijk gedeelte van de baan is 6 meter bij een hoogteverschil van 90 cm. Dit deel van de baan is tot 1 meter diep. Net buiten het gedetailleerde deel van de baan staat rechts een fiddle yard. Het 7-sporige opstelstation aan de achterkant van de baan zorgt voor een gevarieerde treinenloop. Een modelspoorbaan met vele rijdende Noorse treinen én met de mogelijkheid tot rangeren en stoppen bij een station. Het benodigde oppervlak tijdens tentoonstellingen is circa 12.50 x 4.50 meter.

Plattegrond van de baan

Fotomateriaal, tekeningen en documentatie is in de loop der jaren al bijeengebracht, overigens zonder dat het plan voor deze baan er al was. Plattegronden van gebouwen waren gemakkelijk te vinden op de Noorse topografische kaart, die vrij beschikbaar is. Door een enthousiaste Noorse modelspoorder zijn tekeningen van de (stations)gebouwen, die langs de Nordlandsbanen staan, toegestuurd. Rollend materieel is voor een groot deel voorhanden. Dit is aangevuld met nieuw materieel, met name locomotieven. Daardoor kunnen we een vrijwel compleet beeld laten zien van het rollend materieel dat vanaf 1947 gereden heeft of nog rijdt op de Nordlandsbanen. De treinen rijden digitaal en computergestuurd.

Station Hell, gelegen vlak bij de grote plaats Trondheim. Met direct ten noorden van dit station de aftakkende lijn naar Zweden. Wat de voor Noorse begrippen ongewoon grote drukte op het station verklaart.

Bebouwing baan

Hell station, Hell stasjon

Hell stasjon met de goederenloods Hell Gods Expedition heeft uiteraard een dominante plek op de baan. Het sporenplan is gebaseerd op de situatie toen langs het station nog meerdere sporen en twee perrons lagen. Met zowel voor de Nordlandsbanen als voor de Meråkerbanen een uitgaand spoor. En met aansluitende sporen op de draaischijf met de locomotievenloods Majavatn. Op de modelspoorbaan zijn de voorste sporen de aankomst- en vertreksporen van de Meråkerbanen naar Zweden. Het tussenperron is conform voorbeeld uitgevoerd in hout. Lange tijd stopten de treinen hier nog langs het perron, gedomineerd door de NOHAB diesellocomotieven.

Het stationsgebouw is een kant en klaar model, dat vele jaren geleden al is aangeschaft door een mede-clublid en wat uitstekend op deze baan past. Daar is de goederenloods Hell Gods Expedition bijgekomen. NMJ bracht die recent uit. Toeval of niet? Ik was al begonnen met denken aan zelfbouw.

Bij het station zijn Noorse uitrijseinen geplaatst. De imitatie-wisselaandrijvingen zijn naar origineel voorbeeld; typisch Noors is hierbij de hoog geplaatste wissellantaarn. Zodat de wisselstand ook zichtbaar is bij een pak sneeuw. Verder staan uiteraard spoorwegborden en ander spoorwegmeubilair langs de baan.

Hell stasjon met een personentrein met wagons in verschillende kleurstellingen getrokken door een DI4

Het verhaal van …… de goederenloods: Hell Gods Expedition

Hell stasjon, een nationaal monument, is een mysterieuze plek op de Nordlandsbanen. Wat komt door de naam op het bord van de goederenloods met de tekst Hell Gods Expedition. Deze naam wordt door engelssprekenden in verband gebracht met het religieuze betekenis van de hel. Toeristen uit de hele wereld komen naar deze plek. Reizigers het ontdekken van het bord en stappen uit de trein om een ​​foto te maken. Deze loods is de meest gefotografeerde van Europa (bron. Finn Moe). In het Noors staat Gods-Expedition overigens voor vrachtafhandeling. Meestal was dat hier zogeheten kleine vracht. De naam Hell is afgeleid van het Oudnoors hellir, wat grot betekent. Het gebouw is van een standaard bouwwijze, die in heel Noorwegen voorkomt bij stations. De goederenloods wordt, zoals vele andere, helaas niet meer gebruikt. Het is wel onderdeel van het monument Hell stasjon.

Polarsirkelen

Het gedeelte van de baan met de Polarsirkelen laat het ruwe landschap op het Saltfjellet zien. Met een sneeuwtunnel en het monument dat de poolcirkel markeert. De sneeuwtunnel is geheel uit hout naar origineel voorbeeld en in een slechte onderhoudstoestand. Recente foto’s van het voorbeeld laten de nog verdergaande afbrokkeling van de constructie zien. Pas in 1947 konden de treinen voor het eerst de poolcirkel passeren, nadat station Lønsdal dat net na de poolcirkel ligt, werd geopend.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_0731-aaaaaa-1024x683.jpg

Het verhaal van ……………..de poolcirkel: Polarsirkelen

Op het Saltfjellet ligt de poolcirkel op 66° 33′ noord. Hier ligt aan de weg E6 een groot gebouw: Arctic Circle Centre, in het Noors: Polarsirkelsenteret. Omdat de trein hier niet stopt kunnen treinreizigers dit centrum niet rechtstreeks bereiken. Het karakteristieke gebouw is in zijn ontwerp aangepast aan de natuur. In het gebouw een tentoonstelling over de poolcirkel, een café en een souvenirwinkel. In een bioscoopzaal wordt de film ‘Welcome to the Artic’ gedraaid. Hier is ook een postkantoor, waar ook nu nog ansichtkaarten gestempeld worden met de unieke poolcirkelstempel. Toen in 1990 het Poolcirkelsenteret op Saltfjellet werd geopend, liep de poolcirkel dwars door het gebouw. Maar omdat deze voortdurend in beweging is, bevindt deze zich nu een stuk noordelijker. De jaarlijks verplaatsting is ongeveer 14 meter. Dit is onderdeel van een cyclus waarbij het zo’n 40.000 jaar zal duren, voordat deze weer precies door het Polarsirkelsenteret gaat. De verplaatsing komt doordat magnetische noordpool beweegt.

In de Tweede Wereldoorlog werden krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie en Joegoslavië ingezet voor de aanleg van spoorlijnen en wegen in het noordelijk deel van Noorwegen. In 54 kampen zaten 34.000 dwangarbeiders. Het monument, op de poolcirkel gelegen naast het poolcrkelcentrum, herdenkt de vele dwangarbeiders die omkwamen.

De verbindende factor: brug Dalselv met boothuisjes en haventje

De spoorbrug over de rivier Dalselv aan het Nordranafjord verbindt op de modelspoorbaan de twee hoofdthema’s met elkaar. De rails liggen op een schijnbaar los gedeelte, waar ook de leuningen aan vastzitten. Alles volgens het originele voorbeeld. Deze relatief korte brug is gebouwd in de 2e wereldoorlog en bleek nogal wat mankementen te hebben. Zo moesten de landhoofden worden verstevigd.

Brug Dalselv uit een ongewoon standpunt.

Lokstall Majavatn

Majavatn lokstall, een onderhouds- en locomotievenloods, ligt op ongeveer 300 km rijden vanaf Trondheim.

Oorspronkelijke uitvoering van de onderhouds- en locomotievenloods Majavatn op basis van de originele tekeningen van de NSB. De NOHAB op de draaischijf heeft de eerste nog groene kleurstelling van de NSB

De lange loods is in de oorspronkelijke uitvoering volgens de originele tekeningen van de NSB gebouwd. Met grote openslaande deuren. De verhoging op het dak aan de voorzijde bevatte waarschijnlijk een afzuiginstallatie. De twee later gebouwde loodsen, ter zijden van de oorspronkelijke, zijn op basis van foto’s en verkenning te plekke daaraan toegevoegd. Het gebouw heeft vele tinten groen gekend. De digitaal aangedreven draaischijf is naar origineel voorbeeld geheel bekleed met, hoe kan het ook anders in Noorwegen, houten planken. Zodat er geen sneeuw in de de draaischijf terecht komt.

Inkijk in de verlichte locloods
Op de “dichte” draaischijf een NOHAB Di3 in nydesign
In twee van de drie loodsen ligt een spoor. In het rechtse past een locomotief; op de foto een NOHAB Di3 615 in de kleurstelling Nydesign. In de linkse kan een korte werktrein staan. De loodsen zijn verlicht en voorzien van een bescheiden interieur.
De trein komt uit de tunnel met origineel Noors seinlicht (links) en wisselmoter met hoge lantaarn (rechts)

Het verhaal van ………het echte noord-Noorwegen: det virkelige Nord-Norge

Bij de plaats Majavatn begint volgens de lokale bewoners het echte noord-Noorwegen. In de autoweg E6 hebben zij daarom op deze plek een grote poort gebouwd. Noord – Noorwegen heeft schitterende bergketens zoals de Lyngen Alpen en is het land van de Sami, het rendiervlees en de ongerepte natuur.

Bij station Majavatn lagen de onderhouds- en locomotievenloodsen lokstall Majavatn. Om ’s nachts voor de bittere kou in de winter veilig te zijn. Het ontwerp van de grote loods stamt uit 1939. De loods werd in de 40-er jaren in gebruik genomen. De vorm laat vermoeden dat gedacht is aan verdere uitbreiding, zoals we die kennen van de (Duitse) ronde locloodsen. De twee kleinere loodsen aan de zijkanten zijn er later bijgebouwd. Niet achterhaald kon worden wanneer. In totaliteit wel een unieke vorm. De draaischijf is geheel bekleed met houten planken, waardoor deze in eerste aanblik nauwelijks opvalt. Jammer genoeg is volgens een Noors krantenbericht deze loods medio 2020 gesloopt; wat rest zijn de foto’s.

Landhandel Bakketun

Nog steeds zijn in Noorwegen kleine winkels te vinden, waar een groot assortiment aan artikelen van levensmiddelen tot sneeuwscooter te koop wordt aangeboden. In dit geval een CO-OP winkel met afdelingen voor huishoudelijke waren, bouwmateriaal en levensmiddelen: kjøkken/hjem, bygmix en marked. Op de plek waar de vroegere oude landhandel Bakketun stond. Een houten bord op de gevel herinnert daar nog aan. De fundatie van de landhandel Bakketun is opnieuw gebruikt. Dit is nu de kelderverdieping met oude houten deuren en natuurstenen muren. Deze ligt met zijn zichtbare gedeelte verdiept aan de achterzijde van het gebouw.

De nieuw gebouwde Landhandel Bakketun , nu CO-OP kjøkken/hjem, bygmix en marked. bij avondlicht.
De kelderverdieping is op deze foto niet zichtbaar. Op de parkeerplaats staan Amerikaanse auto’s uit de jaren 60 en 70

Boerderij Røra

De boerderij is gebouwd naar voorbeeld uit het plaatsje Røra tussen Verdalsøra en Steinkjer. Deze boerderij ligt opgesloten tussen de Nordlandsbanen en de weg E6. De woning is van het type Nordlandshus. De schuur van dit type is vrij algemeen in het noorden van Noorwegen. Met een hooizolder. Beide zijn van hout en geverfd in de typisch Noorse rode kleur. Op de baan is te zien dat ze nodig aan een nieuwe verfbeurt toe zijn.

boerderij met woning Nordlandshus en hooischuur gebouwd naar voorbeeld uit het plaatsje Røra tussen Verdalsøra en Steinkjer.
oprit naar het Nordlandshus

Het verhaal van ……………………de rood geverfde huizen: rødmalte hus,

Het verven van houten huizen in Noorwegen in de typisch rode kleur is een eeuwenlang gebruik. Al sinds de 12e eeuw. De verf krijgt zijn kleur door het gebruik van ertsafval als grondstof. Dit komt uit de mijnen in Falun in Zweden als bijproduct van de winning van kopererts. Het ertsafval bevat ijzerhydroxide, dat door de blootstelling aan de buitenlucht de rode roestkleur krijgt. De mijnen zijn intussen gesloten, maar er liggen nog grote bergen ertsafval om nog decennia lang deze verf te kunnen maken. De grondstof wordt door het branden van ertsafval verkregen. Nu worden ook andere pigmentgrondstoffen gebruikt, waardoor de verf in meer kleuren beschikbaar is. In Noorwegen is het rood meestal feller dan in andere Scandinavische landen.

Sami museum Gállogieddi

Noord Noorwegen is het land van de Sami. Dit komt op de baan tot uitdrukking in de vorm van een boerderijmuseum. De meest dominante oude gebouwen hebben een plekje gevonden op de baan. Uiteraard met Sami-vlag.

Het Sami boerderijmuseum Gállogieddi op de modelspoorbaan

De woning is een geel Nordlandshus. De grote schuur is opgebouwd uit een houten skelet dat aan de buitenzijde is bekleed met verticale, rood geverfde, planken. Het dak is van golfplaat, een gebruikelijke “moderne” dakbedekking voor dergelijke oude schuren. De twee kleinere schuurtjes zijn traditioneel bebouwd met een grasdak.

Het verhaal van ………. de bewoners van Lapland: de Sami

De Sami waren een nomadenvolk. Tenten, de tapi, hebben plek gemaakt voor huizen. Ze hebben nu een eigen parlement, het Sameting, dat inspraak geeft over zaken, die de Samen en hun woongebied betreffen. Ze leven van rendierhouderij, landbouw, visserij en industrie. De meeste Samen, ongeveer 50.000, wonen in noord Noorwegen. Ze houden hun folklore in stand met traditionele kleurige kleding en traditionele muziek, de joik. Zoals te zien is in het samimuseum Gállogieddi, een boerderij met stallen en bijgebouwen. Deze dateert uit het einde van de 18e eeuw. De traditionele punttent van hout, een tapi, staat er uiteraard ook, alsmede een grote verzameling oude voorwerpen en gereedschappen. Het gebied in en rond Gállogieddi, is een geliefd gebied bij de Sami, die elk voorjaar de rendieren van de winterweiden in het Zweedse binnenland naar de zomerweiden aan de Noorse kust brengen. Veel van de Sami hier zijn nu bewoners met een vaste woonplek. Deze boerderij heeft daarin een belangrijke rol in gehad. Daarom komen hier nog jaarlijks de Sami voor een groot feest bij elkaar.

Ontspanning en recreatie

Boothuisjes langs spoorlijn en fjord in de buurt van Mo I Rana in de typisch Noorse rode kleur.

Overal langs het spoor zijn boothuisjes te zien. Op de modelspoorbaan, naar origineel voorbeeld tussen Mo I Rana en Mosjoen, gecombineerd met een droogrek voor stokvis. Het middelste huisje heeft verlichting zodat het eenvoudige interieur is te zien. Aan de andere zijde van de brug een spoorwegonderdoorgang.

Amerikaanse auto’s uit de jaren 60 en 70 bij station Hell . Op de achtergrond een typische ijskiosk.

Het verhaal van ……………….de weekendhobby met Amerikaanse auto’s uit de 60-er en 70-er jaren: gamle amerikanske biler

Het aantal clubs in Noorwegen met geïnteresseerden in oude Amerikaanse auto’s is groeiende. Het gaat niet alleen over het bezit van een dergelijke auto maar ook om de cultuur die deze hobby omringt. Veel van deze clubs hebben een eigen plek met clubhuis voor maandelijkse of wekelijkse bijeenkomsten. Weekenden zijn bij uitstek de gelegenheid voor gezamenlijke uitstapjes.

Overal in Noord Noorwegen zijn vakantiehuisjes gebouwd als een tweede woning voor de Noren: fritidsbolger. Voor toeristen worden deze ook aangeboden; te herkennen aan het bordje langs de weg met de tekst “hytte”. Op de modelspoorbaan ontbreken ook die niet.

vakantiehuisjes, hytte, met name bij toeristen populair

Het verhaal van ……………………..de vakantiehuizen van de Noren : fritidsboliger.

Noorwegen is het land van de vrijetijdshuisjes, waarvan elke Noor er (schijnbaar) eentje heeft. In een rustige plek aan het water of in het bos. solitair gelegen of in kleine groepjes. Soms in de vorm van een woning maar vaak ook eenvoudiger in de vorm van een blokhut. In de winterperiode wordt met de trein gereisd om daar in die omgeving te gaan skieen of langlaufen. De woning of blokhut dient dan voor de overnachtingen en gezellige avonden.

Treinen op de Nordlandsbanen

Tijdperken

Speciaal voor de Nordlandsbanen is een tijdperkindeling gemaakt voor de periode na de tweede wereldoorlog. Leidraad voor de indeling vormt de kleurstelling van de personenwagons en die van de Di3 Nohab’s in de betreffende jaren. Qua kleur overheerst in de vroegere jaren roodbruin. Vanaf begin jaren 80 worden locomotieven en personenwagons rood. Sinds de komst van particuliere maatschappijen komen allerlei kleuren voor. Dit is geen strakke indeling, omdat de wagons vaak pas werden overgeschilderd bij revisie en/of groot onderhoud. Daarom zijn bijvoorbeeld de personenwagons vaak in verschillende kleurstellingen in 1 trein gespot op de Nordlandsbanen. Op de modelspoorbaan wordt afwisselend met treinen uit de periode II/III (1945-1982) of IV/V (1982-2020) gereden.

kenmerken periode
II1945 tot 1965 met stoomloks, motorwagens, treinstellen, houten rijtuigen en veelal nog 2 assige goederenwagons.
III1965 tot 1982 met gammeldesgin personenwagons. NSB-logo in letters. Roodbruine motorwagens en treinstellen.
IIIaMeest bruine goederenwagons. Mellomdesign in overgangsfase van gammel- naar nydesign, periode rond 1982.
IV1982 tot 2000 met nydesign personenwagons en goederenwagons NSB roodbruin met nieuw logo. Komst Cargonet. NOHAB nog in dienst tot 2000.
V2000 tot 2020 met syste design personenwagons en particuliere loc’s voor goederentreinen.

Treinsamenstellingen naar origineel voorbeeld

Het rollend materieel op de modelspoorbaan omvat motorwagens, getrokken personentreinen en een scala aan goederentreinen uit verschillende tijdperken. Er is voldoende materieel beschikbaar om de treinen te kunnen samenstellen naar origineel voorbeeld. Bij het goederenvervoer zijn dit getrokken treinen met diesellocomotieven. Aanvankelijk uitsluitend van de NSB, nu ook van particuliere maatschappijen. Voor het personenvervoer zijn dit dieseltreinstellen en getrokken treinen met diesellocomotieven. Tot 2020 van de NSB, nu van SJnorge.

De NOHAB’s diesellocomotieven worden algemeen beschouwd als de belangrijkste voor deze lijn. Ze hebben vanaf 1957 jarenlang, tot 2000, op de Nordlandsbanen gereden. In model ontbreekt deze loc daarom zeker niet. Uit de direct na-oorlogse periode wordt gereden met origineel Noorse, maar ook met Duitse stoomlocomotieven die na de oorlog waren achtergelaten. Daarna zijn het de dieseltreinen die de dienst bepalen.

Interessant en uniek is de autotransporttrein uit de 60-er jaren met nieuwe auto’s uit die tijd, naast elkaar op 2-assige spoorwegwagons. Ga voor foto’s hierover naar het archief van het spoorwegmuseum in Hamar Noorwegen. Daar staan VW kevers type 1965 op de wagons. Een transport dat men vaak op de Nordlandsbanen zag. Op de modelspoorbaan rijdt deze trein ook, echter geladen met Volvo’s.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_0736-aa-1024x636.jpg
rangeerlocomotieventype Skd en Di5
moterwagenstype Bm86 , Cmdo type 9, YF1 (SJ)
stoomlocomotieventype 24b, type 30a Thune 1914, type 49c NMI 1941, gammeltysker type 61a ex BR 57, stortysker type 63a ex BR 52, stoomsneeuwploeg 6 en 7
diesellocomotieven voor personentreinentype Di3 NOHAB, Di4, Di6, Di8,
T43 (SJ), T44(SJ)
diesellocomotieven voor goederentreinenDi3 NOHAB, Di7, Di8, Di9 Cargonet, Cargonet Class66, CD312 Euro 4000 Cargonet, Mz Baneservice, CD312 Railcare, NS6400 Grenlandrail, My (Nohab) T Three
personenrijtuigentypen 2, 3, 5 en 7 en houten rijtuigen
goederenwagonsmet auto’s, met containers, met hout.
houten goederenwagonstypen 1, 2 ,3 ,4 ,5, Gs en Gbs
stalen goederenwagons2assig en op draaistellen
Nohab diesellocomotief uit tijdperk 2 in de groene kleurstelling met een stam B2 rijtuigen
Nohab diesellocomotief in de rode nydesign kleurstelling met daarachter gemoderniseerde rijtuigen oorsronkelijk type B2
Diesellocomotief type Di4, nog steeds de trekkracht voor personentreinen op de Nordlandsbanen, voor een stam B5 rijtuigen in de kleurstelling syste design.

Dienstregeling op de baan

Aan de linkse kant komt de trein vanuit een sneeuwtunnel en passeert vervolgens de poolcirkel op het ruige Saltfjellet. Daarna wordt langs de Nordranafjord met een vakwerkbrug de rivier Dalselv overgestoken. Vervolgens stopt de personentrein bij het station Hell. Langs de perrons kan een trein met 7 personenwagens staan. Meestal moet hier worden gewacht op de tegentrein. Goederentreinen rijden door. Daarna rijdt de trein verder, passeert daarbij de onderhouds- en locomotievenloods met draaischijf van Majavatn en verdwijnt in een tunnel. Hier ligt ook het spoor naar de Meråkerbanen naar Zweden. Zweedse treinen volgens originele samenstellingen komen hier aan op het station van Hell en vertrekken weer, na omlopen van de diesellocomotief. Vaak getrokken door een Noorse NOHAB dieselloc.

Besturing treinenloop

Sporen voor computergestuurde treinen op de Nordlandsbanen

Voor de besturing van de treinen wordt het programma Koploper gebruikt, dat draait op een laptop. Daarvoor is de baan verdeeld in blokken. Voor de bezetmelding is gekozen voor een systeem waarbij de trein slechts wordt gedecteerd aan het begin en het einde van een blok met een binnenkomstmelder en een stopmelder.  Hiervoor wordt een geisoleerde railstaaf gebruikt met een lengte van 35 tot 40cm. De voeding voor deze stukjes railstaaf loopt via een stukje elektronica, bezetmelders genoemd. Deze zijn van het type S88-n. De bezetmelders zitten onder het opstelstation/schaduwstation, dat achter de baan staat. Met losse kabels met RJ45 stekkers wordt de verbinding gemaakt tussen de bezetmelder en de geisoleerde railstaaf. Elke kabel kan, eigen aan de 8 polige kabel met RJ45 stekker,  8 bezetmeldpunten verzorgen. Vanwege de bedrijfszekerheid zijn deze kabels kan en klaar gekocht in de gewenste lengte.

Bediening van de baan

Bediening Nordlandsbanen

De bediening van de treinen op de baan gebeurt voor de sporen van de Nordlandsbanen vanuit een losse bedieningslessenaar De elektronica voor de Nordlandsbanen is verdeeld over bedieningslessenaar met laptop, het opstelstation/schaduwstation en de baan.

  1. de bedieningslessenaar staat naast de baan en bevat de centrale, de booster (beide van Uhlenbrock), de trafo’s (Marklin), de interface (Rosoft) en de voeding voor de laptop en de laptop zelf.
  2. het opstelstation/schaduwstation bevat de bezetmelders (Rosoft type S88-n) en de verdeling van de rijspanning (gescheiden naar schaduwstation en baan).
  3. onder de baan zitten de wissel- en seindecoders (ESU), die worden gevoed door aparte trafo’s.

Voor de rijspanning en de overige wissel- en gelijkstroomspanningen worden aparte trafos gebruikt. Zodat een betrouwbare werking is verzekerd.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is bediening-Nordlandsbanen.jpg

Dit alles wordt onderling met kabels verbonden. Niet onder de baan, maar gemakkelijk bereikbaar aan de verticale zijde van de modulebakken. Achter de baan. Om geen fouten te maken bij het aansluiten van de kabels tijdens de opbouw van de baan is hierbij de volgende keuze gemaakt.
a. kabels voor de rijspanning voor de rails, kabels voor de wisselstroomspanning voor de wisselaandrijvingen en kabels voor de gelijkstroomspanning voor de LED’s in seinen, straat- en perronverlichting en gebouwen. allemaal met XLR stekkers (4 draden)
b. loconet kabel met RJ12 stekkers (6 draden)
c. bezetmeldkabels met RJ45 stekkers (8 draden)
d. interface met USB stekkers
Opgemerkt wordt dat door de toepassing van bezetmelders S88-n de koppeling van het loconetsignaal tussen de bezetmelders, eigen aan deze keuze, gebeurt met RJ45 kabels.

Bediening Meråkerbanen

De bediening voor de treinen op de Meråkerbanen gaat vanuit een lade aan de voorkant van de baan. Deze is ingebouwd in de module met de locloods Majavatn. Dit maakt deze module wel wat zwaarder (5 kg), wat echter opweegt tegen het plaatsen van een tweede losse bedieningslessenaar. Op deze sporen wordt “op zicht” gereden. Met als centrale een Intellibox IR. Hierop wordt als walk around de profi-boss van Fleischmann (of de IRIS van Uhlenbrock) aangesloten. De lade bevat ook het bedieningsplateau voor de draaischijf, de knoppen voor de bediening van de wissels (aangedreven met tortoises) en de locdeuren. Ook hier worden voor de rijspanning en de overige gelijkstroomspanningen aparte trafos gebruikt. De trafo’s daarvoor zitten vast onder de module.

Er is dus gekozen voor een aparte centrale voor de bediening van de sporen van de Meråkerbanen en er wordt geen gebruik te maken van de centrale van de Nordlandsbanen. Dat lijkt in eerste instantie niet erg logisch. Het voordeel van de oplossing met een aparte centrale is echter dat tijdens een tentoonstelling bij een storing op bijvoorbeeld de Nordlandsbanen toch nog met treinen kan worden gereden op de Meråkerbanen.

Bedrading

De bedrading onder de baan bestaat vieraderige ringleidingen. Apart voor de sporen van de Nordlandsbanen en apart voor de sporen van de Meråkerbanen. De ringleiding voor de Nordlandsbanen wordt gevoed vanuit traditionele voedingstrafo’s in de bedieningslessenaar en door een schakeltrafo onder 1 van de modules. De ringleiding voor de Meråkerbanen wordt gevoed vanuit een voedingstrafo en door diverse schakeltrafo’s onder de modules.

Twee aders zijn voor de baanspanning en twee aders voor schakeldecoders voor de aansturing van seinen en wissels, voor de verlichting en dergelijke. Elke functie heeft een eigen kleurcombinatie van aders. Bijvoorbeeld voor de baanspanning van de Nordlandsbanen is dit rood en zwart. Vanuit de ringleidingen gaan kabeltjes naar de rails, de schakeldecoders voor wissels en seinen, de LED verlichting etc.

Bouw onderstel en modules

Bouw onderstel baan en onderbouw spoor

Het onderstel is gemaakt van houten latten en populierentriplex. Hier bovenop staan de modules. De omranding van de modules is gemaakt van populierentriplex. De basis voor het landschap is gevormd uit platen geëxtrudeerd polystyreen hardschuim (styrodur). Alle bedradingen voor de treinenloop en computerbesturing zijn onder de modules aangebracht met aan de achterzijde de stekkerverbindingen, gemakkelijk bereikbaar dus. Tussen de modules worden verbindingskabels aangebracht.

De basis, opgebouwd uit een omranding van triplex van populierenhout, van de 5 landschapsmodules zonder de bijbehorende achtergrondmodules.

De rails liggen op een railbed van kurk met een dikte van 5 mm; het kurk heeft de vorm van het railbed. Hierdoor ligt, evenals in werkelijkheid, het spoor op een verhoging in het landschap. Rails en wissels zijn voorzien van grijs ballast, zoals dat vrijwel overal op de Nordlandsbanen het geval is.

Realisatie achtergrond

De achtergrondfoto is opgebouwd uit ruim 40 lagen, afkomstig van eigen foto’s. Als deze foto’s zijn in noord Noorwegen gemaakt. Deze sluit zo goed mogelijk aan op het gedetailleerde landschap van de modelspoorbaan. 

Links op de achtergrondfoto is het Saltfjellet te zien , waar de trein de poolcirkel passeert. Het water in de fjorden kleurt op zonnige dagen helderblauw, wat aan de linkerkant, daar waar in de baan de brug over de Dalselv ligt, terugkomt in de achtergrondfoto. Achter het station zijn de beboste rotswanden met daarachter de besneeuwde toppen van de bergketens te zien, die typisch zijn voor de grote delen van de Nordlandsbanen. In de achtergrond zijn verder watervallen, loofbomen, fijnsparren en grove dennen te zien, die ook in het gedetailleerde landschap van de modelspoorbaan terugkomen.

Bouw scenery (landschap)

Bodembedekking

Voor de bodembekking is eerst een laag Woodlands turf als grondbedekkking aangebracht. Daarna zijn met de Grasmaster van Noch grasvezels (5-12 mm lang, niet korter) op een laag houtlijm (of Noch speciaallijm) gezet. Na verwijderen van de overbodige grasvezels, met de hand en door opzuigen met een Woodlands grasvezelzuiger, heeft na ongeveer 15 minuten een nabewerking plaats gevonden met een haarföhn (stand koud) om de grasvezels de gewenste richting te geven.

Bouwmateriaal voor de begroeiing

Voor de begroeiing op de baan is gebruik gemaakt van Anita decor vlokken, blaadjes, kalksteenpoeder, Noch grasvezels, Heki looffoliage, decovlies, bloemveldfoliage, bloemendecor, Woodlands bloemen, Martin Welberg struiken, rotssteentjes en Busch bloemvelden. Voor de zelfgebouwde bomen is gebuik gemaakt van zeeschuim, verf, Anita boomschorspasta, fijne schuimvlokken en blaadjes. Het landschap kon op deze manier gebouwd worden, zoals dat daar in noord Noorwegen er uitziet.

Bomen op de baan

De ruim 200 bomen op de baan geven een beeld van de soorten die daar groeien. De fjellberk is een lage traag groeiende boomsoort, die groeit op de hoogvlaktes van de Nordlandsbanen. Langs het meer noordelijke deel van de Nordlandsbanen groeien sparren en dennen. Deze worden afgewisseld door eilanden van berken, lijsterbesssen (met rode bessen) en elzen. In het zuidelijke deel van de Nordlandsbanen, zoals bij Hell, groeien ook bij ons bekende loofbomen als eiken, hazelaars en beuken. Struiken en overige begroeiing lijkt veel op wat we hier in Nederland tegenkomen. Alleen staan de seringen niet in het voorjaar, maar in de zomer in bloei.

Fjellberken die groeien in de zomerdag achter de beschutting van de sneeuwtunnel.

De loofbomen, berken en lijsterbessen zijn zelf gemaakt en hebben als basis zeeschuim, met een stam van boomschorspasta. Het zeeschuim is soepel gemaakt in verdunde glycerine, verstevigd met verdunde houtlijm, bruin gespoten en bevlokt met blaadjes in twee kleuren. Hierbij is gebruik gemaakt van spuitlijm. De grotere sparren en dennenbomen zijn van Anita-decor, die ook de kleine fjellberken speciaal voor deze baan heeft gemaakt.

Aanbrengen rotsen

Op een aantal plekken komen de rotsen in het zicht. Hiervoor zijn enkele geschikte stenen meegebracht uit Noord Noorwegen. Met behulp van Latex rubber van Woodlands zijn hiervan latexmallen gemaakt. Gips, kleurstof en veel afwasmiddel doet de rest. Afgewerkt met twee lagen grijze verf (licht en donker), een bewerking met donkerbruine glazuurverf (Lasurfarbe) van Heki, waarbij uiteindelijk deze donkere verf in de spleten achterblijft. Vervolgens na een dag (of meer) opgewerkt met “droge” witte en zeer lichtgrijze verf met een tamponeerkwast.

Fjelllandschap in het voorjaar in Noord Noorwegen

Aanbrengen water

Het water op de baan onder de brug sluit qua kleur aan op de achtergrondfoto met de Nordranafjord. Deze foto is gemaakt bij zonnig weer. Het water is op die dagen helderblauw. Met de relatief dikke schildersverf van van Bleiswijck zijn golfjes nagebootst en is de juiste blauwe kleur bereikt. Dit is afgedekt met een aantal lagen heldere triple gloss koudglazuur. Het fjord is overal diep, waardoor het water geen donkere en lichte plekken heeft. En er geen oeverbegroeiing is. Wat bij riviertjes bij ons in Nederland meestal wel het geval is.

Wegen

De wegen zijn grotendeels smal en zonder belijning. Afgewerkt met grijze wegenverf van Faller. Vervolgens wit geverfd en direct afgeveegd met een natte katoenen doek. Zodanig dat er een dun laagje overbleef. Het effect is een oude asfaltlaag. Een klein gedeelte is echter de doorgaande route E6 met witte kantstrepen en een gele, waar nodig, onderbroken middenstreep. Zoals ik dat in Noorwegen tegenkwam rond het jaar 2000. De witte en gele strepen zijn gemaakt door eerst op de onderlaag witte en gele verf aan te brengen. Daar waar de strepen moeten komen zijn deze afgeplakt met 1 – 2mm brede masking tape, die na de laatste afwerking met een laag Faller wegenverf, is verwijderd. De E6 wordt hier in het koude noorden in de zomerdag vaak geasfalteerd; daarom is volstaan met als afwerking maar 1 laag Faller wegenverf. Het resultaat is op de foto te zien.

Rechtsonder is de E6 te zien; deze weg ligt langs de gehele Nordlandsbanen vrijwel parallel daaraan. deze heeft witte kantstrepen en een gele, waar nodig, onderbroken middenstreep. Zoals dat in Noorwegen was rond het jaar 2000. Het asfalt is hier nieuw aangebracht, wat na de winter in het noorden van Noorwegen vaak moet gebeuren.

Bouw woningen en andere gebouwen

Het merendeel van de woningen en bedrijfsgebouwen op de baan is volledige zelfbouw.

Stasjon Hell

Station en en omgeving in aanbouw op de baan

Het stationsgebouw van Hell met de bijbehorende goederenloods is een kant en klaar model van NMJ. Het perron aan de zijde van het station bestaat uit een triplex plaat, die is afgewerkt met verf en fijne steenslag. De perronranden zijn van gegoten gips. Het tussenperron is conform voorbeeld uitgevoerd in hout. Deze bestaat uit dwarsbalken waarop houten planken, uiteraard op de juiste schaallengte en breedte, zijn gelijmd. En op kleur afgewerkt.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_0515-765x1024.jpg
Een foto van de stationssporen in aanleg; bij het station varieert het aantal sporen van 2 tot 5. Het middenperron bestaat uit houten planken, in de vorm zoals die jarenlang in Hell in gebruik was.

Bouw onderhouds- en locomotievenloods Majavatn

De bouw van de locomotieven- en onderhoudsloods Majavatn is in een aantal stappen uitgevoerd. De eerste stap was het maken van een proefmodel in karton aan de hand van foto’s en tekeningen. De plattegrond met maten staat op “norgeskart.no”. Deze is vrij beschikbaar op internet. Tekeningen van de locloods komen uit “bygningsregistrering NSB archtektkontoret, Trondheim distrikt , Meråkerbanen”. Deze boekwerken, meest uit negentiger jaren, zijn van elke spoorlijn in Noorwegen vrij beschikbaar. Hierin staan ook de sporenplannen.

Het kartonnen proefmodel van de lokstall Majavatn

Na een proefopstelling van het kartonnen model konden de definitieve maten bepaald worden. De wanden bestaan uit een laag triplex en een beplating van Evergreen board and batten. Als eerste is het triplex op maat gezaagd met een mini-cirkelzaag. En de plek voor de ramen uitgezaagd met een mini-decoupeerzaag.

De industrievensters komen uit een onderdelenpakket van Auhagen en zijn op maat gezaagd met de mini-cirkelzaag. Deze vensters waren goed bruikbaar omdat de loods tijdens de oorlogsjaren door de Duitsers is gebouwd. En daardoor qua vorm en architectuur ook de Duitse kenmerken heeft gekregen. De overige vensters waren nog beschikbaar vanuit mijn vorige Noorse baan.

In de loop der jaren is er een werkplaats en een opslagruimte bijgebouwd.En zijn er heel wat kleinere wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn de draaideuren vervangen door roldeuren. Het model heeft nog draaideuren. De aandrijving van deze deuren gebeurt met een servomoter en tandwielkasten. De servo past op het dak, op de plek waar in werkelijkheid een verhoging in het dak zit. Mogelijk bedoeld voor afzuiging van de vieze lucht. Het openen en sluiten van de deuren gaat met een plaatje electronica.

Nadat de houten wanden gereed waren, is de Evergreenbeplating op maat gemaakt. Met het scalpeermes zijn de venster uitgesneden. Per wand zijn de vensters geplaatst. Voor de deuren is een raamwerk van messing profielen gemaakt. Met draaipunten. De binnenzjde is wit geschilderd; de buitenzijde groen. In de kleuren van toen ik daar was in 2016.

De vloer van locloods is tegelijk met de rails gelegd, inclusief de inspectieputten. De wanden zijn ter plekke aangebracht. De werking van de draaideuren is getest. Het geheel heeft LED verlichting en een interieur met enkele werklui gekregen.Als laatste zijn de daken gemaakt. Teer op de grote loods. leien op de werkplaats en golfplaaat op de opbergloods.

Draaischijf, onderhouds- en locomotievenloods Majavatn

De loods heeft op afstand bedienbare deuren , verlichting en een bescheiden interieur. De draaischijfkom is dicht gemaakt met houten planken naar origineel voorbeeld.

Sneeuwtunnel Saltfjellet

De sneeuwtunnel is volledig in hout uitgevoerd. De spanten zijn naar origineel voorbeeld samengesteld uit latjes, die op maat zijn gemaakt met een mini decoupeerzaag. Vervolgens zijn deze met behulp van een mal aan elkaar gelijmd tot de juiste vorm. Het dak is van imitatie golfplaat.

Een personentrein komt uit de sneeuwtunnel op het Saltfjellet. Zoals alles op de baan gebouwd naar origineel voorbeeld. De foto laat de eerste bouwfase van de sneeuwtunnel zien, helemaal uitgevoerd in hout.
Het dak dat bestaat uit golfplaten die op foto overigens niet gemonteerd zijn, zodat de houten constructie binnenin goed te zien is.

Bouw woningen

Wat betreft de zelfbouw wordt hier als voorbeeld de woning Klungreset beschreven. Deze woning is in de laatste bouwfase vervangen door een rood geverfde boerderij met stal naar origineel voorbeeld, gelegen bij Røra langs de Nordlandsbanen. Zoals bij de locloods ook hier een bouwwijze in fasen. Eerst het proefmodel in karton aan de hand van foto’s, tekeningen, vorm en maten van de vloer uit de gegevens van  de Noorse topografische Dienst.

Vervolgens zijn de afmetingen definitief bepaald. De wanden bestaan uit dun triplex bekleed met clapboard van Evergreen. De vloer is een 2 mm dikke gladde plaat plastic; daarbovenop komen de wanden, daaronder de fundatie. Na het plaatsen van de wanden wordt de woninginrichting met verlichting aangebracht. Dit gebeurt voor de relevante woningen en gebouwen, afhankelijk van de plek op de baan. Daarna het dak, in dit geval leien.

Transport modelspoorbaan

Het 6 meter lange landschappelijk uitgewerkte gedeelte past in vijf grote transportkisten, die speciaal voor deze baan zijn gemaakt. Verder worden de bestaande kisten van de modelspoorbaan Flåmsbana Berekvam gebruikt. Evenzo het 7-sporige opstelstation. Het transport omvat in totaal circa 10 m3, verdeeld over:

  • 4 modulekisten deels met achtergrondplaten: 85 x 125 cm, hoog 60 en 70 cm (rechthoekige vorm)
  • 1 modulekist met twee achtergrondplaten en de 2 zij achtergondplaten met infoborden: 85 x 125 cm, hoog 50 cm (rechthoekige vorm)
  • 1 kist met fiddle yard, bochtmodules en overige opstelmodules: 85 x 125 cm, hoog 70 cm (rechthoekige vorm)
  • 1 friezenkist met verlichting: 30 x 122 cm, hoog 70 cm (lang en smal)
  • 1 uitleggerkist: 35 x 122 cm, hoog 70 cm (lang en smal)
  • 1 onderstelkist: 100 x 122 cm, hoog 30 cm (vorm als envelop)
  • 1 set opstelmodules met 7 sporen en bedieningslessenaar: 45 x 125 cm, hoog 60 cm
  • 1 kist met onderstel opstelmodules: 70 x 125 cm, hoog 50 cm (rechthoekige vorm)
  • meerdere euronormkratten met toebehoren en voor onderhoud baan: 40 x 60cm, hoog variabel
  • speciale kisten met rollend materieel

Voor meer gedetailleerde informatie met foto’s van het grootbedrijf over de thema’s en treinen op de baan verwijs ik graag naar de pagina Nordlandsbanen Hell Stasjon en Polarsirkelen.

Colofon

Ontwerp modelspoorbaan en bouw landschapsgedeelte: Hans Peters.
Opstelmodule, losstaande bedieningslessenaar en computersturing: leden van MST de Maaslijn.
Rollend materieel: Tonny van Loon en Hans Peters.

Effectieve bouwtijd 30 maanden in de periode november 2018 – september 2023 .

Met dank aan Styrkar Braathen en andere enthousiaste Noorse modelspoorders voor de verstrekte informatie en voor de hulp. Ook dank aan de leden van MST de Maaslijn voor hun inbreng in advies, programmering en bouw. En aan Eddy van Anita Decor voor de schitterende fjellberken, grove dennen en fijnsparren.

Tekst: Hans Peters. Tekst grootbedrijf gebaseerd op eigen ervaringen tijdens vakanties in Noorwegen. Bron van historie en statistisch materiaal: BaneNOR, NSB, Jernbanemuseum Hamar en gesprekken met Noorse modelpoorders. Foto’s: Emmy Peters, Hans Peters, Quirijn Peters, Siegfried Unger.

Links naar interessante films en andere sites

Zie you tube hans peters railroad movies voor meer beelden van de spoorwegen in Noorwegen

Nordlandsbanen 2009-2019 met personen- en goederentreinen

Dovre- en Nordlandsbanen Oppdal, Otta, Ringebu en Dombås van Dovrebanen. Daarna Verdalsøra, Trofors, Mosjøen, Mo I Rana, The Arctic Circle, Fauske en Bodø van Nordlandsbanen

Nordlandsbanen deel 1 en deel 2  van DuE hobbyfilmer

Klein stukje Nordlandsbanen van de NRK noorse televisie

Passage poolcirkel op de Nordlandsbanenin 2012

Di 4 in voorspan Di 3 Nohab in 1990 met personentreinen Di 4 en Di 3 Nohab op de Nordlandsbanen in 1993

Nordlandsbanen cabinerit 2009 en 2014 in de winter, minutt for minutt beide bijna 10 uur film

Opening gehele Nordlandsbanen in 1962 zwart wit filmpje van deze rit met NOHAB’s DI3 in dubbeltractie.

Met de stoomtrein op de Nordlandsbanen tot Lønsdal op Saltfjellet en verder per bus naar Bodø in 1948 met de titel Nordlandsbanen tot Bodø! Film gemaakt door Norsk Film en NSB in 1948 over de plannen en werkzaamheden om de Nordlandsbanen-route naar Bodø te voltooien. Op 10 december 1947 openden de Nordlandsbanen het stuk van Dunderland in Rana naar Lønsdal op de Saltfjellet, een stuk dat voornamelijk werd gebouwd met behulp van Sovjet- en Servische krijgsgevangenen. De film concentreert zich op het werk dat onderweg is op de laatst geplande route, via Saltdal naar Rognan, Fauske, Tverlandet en Bodø. Van Wilhelm Bjørset